Vertalingen spijbelen NL>DE
spijbelen
werkw.
| Uitspraak: | [ˈspɛibələ(n)] |
| Verbuigingen: | spijbelde (verl.tijd ) heeft gespijbeld (volt.deelw.) |
zonder toestemming wegblijven van school of iets anders waar je heen moet -
schwänzen | Het was zo mooi weer, we hebben gespijbeld van school. - Es war so schönes Wetter, da haben wir die Schule geschwänzt. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| spijbelen (znw.) | das hinter die Schule gehen |
| spijbelen (ww.) | blaumachen (ww.) |
| spijbelen (werkw.) | schwänzen |
| het spijbelen | das schwänzen |
| spijbelen | die Schwänzerei |
Bronnen: interglot; Wikipedia; WiktionaryVoorbeeldzinnen met `spijbelen`

Voorbeeldzinnen laden....