Vertaal
Naar andere talen: • spatten > ENspatten > ESspatten > FR
Vertalingen spatten NL>DE

spatten

werkw.
Uitspraak:  [ˈspɑtə(n)]
Verbuigingen:  spatte (verl.tijd ) is gespat (volt.deelw.)

(van vloeistoffen) met kleine beetjes vallen (op iets) - sprühen , spritzen
De boter spatte op mijn schort. - Die Butter spritzte auf meine Schürze.
De regen spatte tegen de ramen. - Der Regen spritzte gegen das Fenster.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
spatten (ww.) spritzen (ww.)
spatten Siebaufspritzen ; sprühen
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `spatten`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: spetteren

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: uit elkaar spatten DE: auseinanderplatzen