Vertaal
Vertalingen simplificeren NL>DE
simplificeren (ww.) simplifizieren (ww.) ; vereinfachen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `simplificeren`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: bemakkelijken
NL: vereenvoudigen
NL: vergemakkelijken
NL: versoberen