1. MWB
  2. Vertalen
  3. sierlijk (NL>DE)
Vertaal
Naar andere talen: • sierlijk > EN • sierlijk > ES • sierlijk > FR
Vertalingen sierlijk NL>DE

sierlijk

bijv.naamw.
Uitspraak:  [ˈsirlək]

fraai en elegant - zierlich
een sierlijke vrouw met lange japon - eine zierliche Frau im langen Kleid
een antiek sierlijk hekwerk - ein antiker Zaun mit Verzierungen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
sierlijk ansehnlich ; distinguiert ; edel ; elegant ; fein ; galant ; geschmackvoll ; geschmeidig ; grazil ; hold ; lieblich ; reizend ; Schick ; stattlich ; verschmitzt ; zierlich
Bron: mwb


Voorbeeldzinnen met `sierlijk`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: aanvallig
NL: bekoorlijk
NL: bevallig
NL: elegant
NL: fijn
NL: fraai
NL: gracieus