Vertalingen sector NL>DE
de sector
zelfst.naamw. (m.)
| Uitspraak: | [ˈsɛktɔr] |
| Verbuigingen: | -en, -s (meerv.) |
onderdeel van de maatschappij vanuit economisch oogpunt -
Sektor (der ~), Bereich (der ~) zorgsector - Pflegesektor
IT-sector - IT-Sektor |
 particuliere sector
(=bedrijfsleven) - Unternehmensleben
|
| collectieve sector
(=alle instanties die door de overheid betaald worden) - öffentlicher Sektor
|
| publieke sector
(=alle instanties van de overheid) - öffentlicher Dienst
|
| vrije sector
(=(van huizen) waarvoor geen woonvergunning nodig is) - freier Markt
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| de sector (m) | der Bereich ; der Sektor |
| sector | Bereich ; Kreisausschnitt ; Kreissektor ; Marktbereich ; Sektion ; Sektor ; Skalenbogen |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `sector`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: brancheNL: cirkelsectorNL: gebied
