Vertaal
Vertalingen samenklonteren NL>DE
samenklonteren (ww.) aneinanderklumpen (ww.) ; verklumpen (ww.) ; zusammenklumpen (ww.)
samenklonteren zusammenkleben
Bron: interglot

Voorbeeldzinnen met `samenklonteren`
Voorbeeldzinnen laden....