Vertalingen ruiter NL>DE
de ruiter
zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak: | [ˈrœytər] |
Verbuigingen: | ruiters (meerv.) |
iemand die op een paard rijdt -
Reiter/-in (die/der ~) © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
ruiter (m) | der Mitfahrer ; Mitfahrerin ; Reiterin |
de ruiter (m) | der Reiter |
ruiter | Heinze ; Heureiter ; Reiter ; Schlagheinze ; Seilreiter ; Trockengerüst |
Bronnen: f; Trueterm; interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `ruiter`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: paardrijNL: paardrijderNL: rijNL: rijderNL: zit