Vertalingen reisgenoot NL>DE
| de reisgenoot (m) | der Gefährte ; der Reisegefährte |
| reisgenoot | Mitreisender |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `reisgenoot`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: metgezelNL: reismakker