Vertaal
Naar andere talen: • raak > ENraak > ESraak > FR
Vertalingen raak NL>DE

raak

bijv.naamw.
Uitspraak:  [rak]

1) zo dat het aankomt op de plaats die je wilt - treffend
raak schieten - treffen

2) zo dat het precies beschrijft wat je bedoelt - treffend
iemand raak typeren - jemanden treffend typisieren

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
raak gewandt ; verschmitzt ; spitzfindig ; schneidig ; schlau ; schlagfertig ; scharfsinnig ; pfiffig ; klug ; kernig ; helle ; glatt ; geübt ; gewichst ; geschickt ; gescheit ; gerissen ; flott ; flink ; durchtrieben ; dreist ; clever ; bündig ; behende ; ausgeschlafen ; ausgekocht ; aufgeweckt ; treffend
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `raak`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: adrem
NL: bijdehand
NL: doeltreffend
NL: gevat
NL: juist
NL: kernachtig
NL: snedig
NL: treffend

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: raak gooien, slaan, schieten, zijn DE: treffen DE: (getroffen) getroffen DE: (trefzeker) treffsicher
NL: raak antwoord DE: schlagende Antwort
NL: (het schot) is raak DE: trifft, sitzt
NL: die was raak DE: der Hieb saß, das traf
NL: maar raak kletsen DE: ins Blaue hinein reden
NL: maar raak leven, slaan DE: nur drauf losleben, losschlagen