Vertalingen popelen NL>DE
popelen (ww.) | brennen (ww.) ; klopfen (ww.) ; unruhig warten auf etwas (ww.) |
popelen | platzen |
Bronnen: interglot; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `popelen`

Voorbeeldzinnen laden....
Uitdrukkingen en gezegdes
NL: hij popelt
DE: das Herz klopft, pocht ihm DE: es puppert ihm