Vertalingen plaats maken NL>DE
plaats maken (ww.) | aufrücken (ww.) ; einrücken (ww.) ; rücken (ww.) ; setzen (ww.) ; sich versetzen (ww.) ; umstellen (ww.) ; verlegen (ww.) ; verrücken (ww.) ; verschieben (ww.) ; versetzen (ww.) ; verstellen (ww.) ; zur Seite rücken (ww.) ; zusammenrücken (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `plaats maken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: opschuivenNL: verplaatsenNL: verzetten