Vertalingen patrouilleren NL>DE
patrouilleren
werkw.
Uitspraak: | [patruˈjerə(n)] |
Verbuigingen: | patrouilleerde (verl.tijd ) heeft gepatrouilleerd (volt.deelw.) |
bewaken door regelmatig langs te lopen of te rijden -
patrouilleren , Streife gehen © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
patrouilleren (ww.) | auf Streifegehen (ww.) ; beaufsichtigen (ww.) ; bewachen (ww.) ; patrouillieren (ww.) |
patrouilleren (werkw.) | patrouillieren |
het patrouilleren | das Absuchen ; das Patroulieren |
patrouilleren | Waldbrandstreife gehen |
Bronnen: interglot; Wiktionary; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `patrouilleren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afzoekenNL: de ronde doenNL: kruisen