Vertaal
Naar andere talen: • overschenken > ENoverschenken > ESoverschenken > FR
Vertalingen overschenken NL>DE
overschenken (ww.) ausschenken (ww.) ; einschenken (ww.) ; gießen (ww.) ; hineingießen (ww.) ; umfüllen (ww.) ; umgießen (ww.) ; umschütten (ww.) ; übergießen (ww.)
overschenken dekantieren
Bronnen: interglot; Horecagids


Voorbeeldzinnen met `overschenken`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: omschenken
NL: overdoen
NL: overdragen
NL: overgieten
NL: overstorten