Vertaal
Naar andere talen: • opvijzelen > ENopvijzelen > ESopvijzelen > FR
Vertalingen opvijzelen NL>DE
opvijzelen (ww.) aufmotzen (ww.) ; aufpolieren (ww.) ; ausbessern (ww.) ; verbessern (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `opvijzelen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: opkalefateren
NL: opknappen
NL: oplappen