Vertalingen opsnuiven NL>DE
opsnuiven (ww.) | abholen (ww.) ; aufziehen (ww.) ; einschnauben (ww.) ; einschnupfen (ww.) ; einziehen (ww.) ; hochziehen (ww.) ; schnauben (ww.) ; schnaufen (ww.) ; schnupfen (ww.) ; schnuppern (ww.) ; ziehen (ww.) |
het opsnuiven | das Aufschnauben ; das Einatmen ; das Inhalieren |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `opsnuiven`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: een snuif nemenNL: insnuivenNL: proevenNL: ruikenNL: snuiven