Vertalingen opschikken NL>DE
opschikken (ww.) | aufmachen (ww.) ; aufpolieren (ww.) ; aufputzen (ww.) ; ausstaffieren (ww.) ; dekorieren (ww.) ; feinmachen (ww.) ; schminken (ww.) ; verzieren (ww.) |
het opschikken | das Herausputzen |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `opschikken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: opsierenNL: opsmukkenNL: optuigenNL: tooienNL: verfraaienNL: verluchtenNL: zich mooi maken