Vertaal
Naar andere talen: • oponthoud > ENoponthoud > ESoponthoud > FR
Vertalingen oponthoud NL>DE

het oponthoud

zelfst.naamw.
Uitspraak:  ɔpɔnthɑut]

tijd waarin je niet kunt blijven doen waarmee je bezig was - Verzögerung (die ~), Verspätung (die ~), Aufenthalt (der ~)
De trein had een oponthoud van meer dan een kwartier. - Der Zug hatte mehr als eine Viertelstunde Verspätung.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
het oponthoudder Aufenthalt ; der Aufschub ; der Ausstand ; die Verzögerung
oponthoud Aufenthalt ; Haltestelle
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `oponthoud`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: stagnatie
NL: verblijf
NL: vertraging