Vertalingen opkoken NL>DE
opkoken (ww.) | aufbrodeln (ww.) ; aufwallen (ww.) |
het opkoken | das Aufkochen |
opkoken | aufquellen |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `opkoken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: opnieuw doen koken