Vertalingen opengaan NL>DE
opengaan (ww.) | aufgehen (ww.) ; sich öffnen (ww.) |
opengaan (werkw.) | aufgehen ; sich öffnen |
Bronnen: interglot; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `opengaan`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: losgaanNL: ontluikenNL: openen