1. MWB
  2. Vertalen
  3. onnozelaar (NL>DE)
Vertaal
Naar andere talen: • onnozelaar > EN • onnozelaar > ES • onnozelaar > FR
Vertalingen onnozelaar NL>DE
de onnozelaar (m) die Armleuchter ; der Depp ; der Dumme ; der dummer August ; der Einfallspinsel ; der Geck ; der Hofnarr ; der Irre ; die Kuh ; der Narr ; der Quatschkopf ; das Schaf ; der Tropf ; der Unbedeutende
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `onnozelaar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: achterlijke
NL: dommerik
NL: dwaas
NL: idioot
NL: kuiken
NL: oen
NL: onbenul
NL: onnozele
NL: onnozohals
NL: rund