Vertalingen omspannen NL>DE
omspannen (ww.) | einkreisen (ww.) ; herumreichen (ww.) ; mit den Händen umfassen (ww.) ; umfassen (ww.) ; umschließen (ww.) ; umspannen (ww.) ; überspannen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `omspannen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: met gespannen voorwerp omsluitenNL: met handen omvattenNL: overspannen