Vertalingen ompraten NL>DE
ompraten (ww.) | bereden (ww.) ; einwickeln (ww.) ; herumkriegen (ww.) ; umstimmen (ww.) ; überreden (ww.) ; überzeugen (ww.) |
ompraten (werkw.) | umstimmen |
Bronnen: interglot; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `ompraten`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: overhalenNL: overredenNL: overtuigen