Vertalingen nok NL>DE
nok
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [nɔk] |
Verbuigingen: | nokken (meerv.) |
hoogste balk in een schuin dak -
First (der ~) tot de nok toe gevuld (=helemaal vol) - voll bis unter´s Dach
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de nok (m) | der Nocken ; der Nock ; die Giebelspitze |
de nok | der Nocken |
NOK (Afkorting) | NOK (Afkorting) |
nok | Nabe ; Zylinderkurve ; Vorsprung ; Verankerungsbauteil ; Sperrklinke ; Nocken ; ( Kupplungs- ) Klaue ; Lagerauge ; Kurve ; Hebedaumen ; Führungsnocken ; First ; Feder ; Dachreiter ; Dachaufsatz ; Buckel |
Bronnen: interglot; Wiktionary; Download IATE, European Union, 2017.; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `nok`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: dakvorstNL: nokbalkNL: topNL: uiteinde