I de militair

zelfst.naamw. (m.)

Uitspraak:	[mili'tɛ:r]
Verbuigingen:	militairen (meerv.)

iemand die deel uitmaakt van een leger - Soldat (der ~)

beroepsmilitair - Berufssoldat

II militair

bijv.naamw.

Uitspraak:

[mili'tɛ:r]

wat met het leger te maken heeft - Militär (das ~)

militaire geschiedenis - Militärgeschichte

© K Dictionaries Ltd.

militair (znw.)	das Militär ; der Soldat
de militair (m)	die Junta ; militärisch ; die Militärjunta ; die Militärregierung ; der Soldat ; die Soldatin
militair	militärisch ; mil. (Afkorting) ; militärisch

Bronnen: interglot; Wiktionary; Download IATE, European Union, 2017.




NL: leger
NL: soldaat

NL: met militaire eer DE: mit militärischen Ehren
NL: militaire academie, arts, dienst, politie, rechtspraak etc. DE: Militärakademie (die), Militärarzt, Militärdienst (der), Militärpolizei, Militärgerichtsbarkeit (die) usw.
NL: militair tehuis DE: Wehrmachtsheim (das)
NL: vrij van militaire dienst DE: militärfrei
NL: militairen (vrij toegang) DE: Militärpersonen, Wehrmachtsangehörige
NL: de militairen DE: (het geheel) das Militär