Vertalingen meedoen NL>DE
meedoen
werkw.
Uitspraak: | ['medu(n)] |
Verbuigingen: | deed mee (verl.tijd ) heeft meegedaan (volt.deelw.) |
doen met anderen samen -
mitmachen Mag ik met jullie meedoen? - Darf ich bei euch mitmachen? |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
meedoen (ww.) | miterleben (ww.) ; mitmachen (ww.) ; mitspielen (ww.) ; mittun (ww.) ; sich beteiligen (ww.) ; teilhaben (ww.) ; teilhaben an (ww.) ; teilnehmen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `meedoen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: deelnemenNL: meespelenNL: participeren