Vertaal
Naar andere talen: • legen > ENlegen > ESlegen > FR
Vertalingen legen NL>DE

legen

werkw.
Uitspraak:  [ˈlexə(n)]
Verbuigingen:  leegde (verl.tijd ) heeft geleegd (volt.deelw.)

zorgen dat er niets meer is in iets - leeren
de prullenmand legen - den Papierkorb leeren

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
legen (ww.) ausheben (ww.) ; ausleeren (ww.) ; ausräumen (ww.) ; entleeren (ww.) ; herausnehmen (ww.) ; leeren (ww.)
legen ausschütten
Bronnen: interglot; Horecagids


Voorbeeldzinnen met `legen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: ledigen
NL: leegdrinken
NL: leeghalen
NL: leegmaken