Vertalingen laten zien NL>DE
laten zien (ww.) | hervor ziehen (ww.) ; zeugen von (ww.) ; zeigen (ww.) ; vorzeigen (ww.) ; vorweisen (ww.) ; vorstellen (ww.) ; sehen lassen (ww.) ; nachweisen (ww.) ; hervorbringen (ww.) ; hervor holen (ww.) ; feilbieten (ww.) ; erweisen (ww.) ; darbieten (ww.) ; beweisen (ww.) ; belegen (ww.) ; aufweisen (ww.) ; anbieten (ww.) |
het laten zien | das Demonstrieren |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `laten zien`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aanbiedenNL: demonstratieNL: getuigen vanNL: laten blijkenNL: offrerenNL: presenterenNL: tevoorschijn brengenNL: tevoorschijnhalenNL: tonenNL: vertonen