Vertalingen lampion NL>DE
de lampion
zelfst.naamw. (m.)
| Uitspraak: | [lɑmpiˈjɔn] |
| Verbuigingen: | -nen, -s (meerv.) |
kleurige papieren koker of bol met een kaars erin -
Lampion (der ~), Laterne (die ~) | lampionnenoptocht - Laternenumzug |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| de lampion (m) | der Lampion |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `lampion`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: lantaarn