Vertalingen kurk NL>DE
I kurk
m, o
licht, elastisch materiaal dat gemaakt wordt van de schors van een bepaald soort eik -
Kork (der ~) II kurk
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [kʏrk] |
Verbuigingen: | kurken (meerv.) |
iets van kurk (1) waarmee je een fles of pot afsluit -
Korken (der ~) © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de, het kurk | der Kork |
de kurk (m) | der Korken ; der Propfen ; der Stöpsel |
kurk | Kork ; der Kork ; der Korken ; der Pfropfen ; der Stöpsel |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `kurk`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: stopNL: stopdop