Vertalingen kroes NL>DE
kroes (znw.) | der Becher ; die Kanne |
kroes | kraus ; lockig ; Knickung ; Schmelztiegel |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `kroes`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bekerNL: kroezigNL: met kroeshaarNL: mokNL: potNL: pul