Vertalingen krijsen NL>DE
krijsen
werkw.
Uitspraak: | [ˈkrɛisə(n)] |
Verbuigingen: | krijste (verl.tijd ) heeft gekrijst (volt.deelw.) |
hard schreeuwen en vaak daarbij huilen -
kreischen © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
krijsen (ww.) | brüllen (ww.) ; heulen (ww.) ; kreischen (ww.) ; plärren (ww.) ; schreien (ww.) ; weinen (ww.) |
krijsen (werkw.) | ; kreischen |
Bronnen: interglot; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `krijsen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: blèrenNL: blrenNL: brullenNL: gillenNL: huilenNL: jankenNL: schreeuwen