Vertalingen knuppel NL>DE
de knuppel
zelfst.naamw. (m.)
| Uitspraak: | [ˈknʏpəl] |
| Verbuigingen: | knuppels (meerv.) |
dikke ronde stok om mee te slaan -
Keule (die ~), Knüppel (der ~), Schläger (der ~) | een bal met een knuppel in het veld slaan - einen Ball mit einem Schläger ins Feld schlagen |
de knuppel in het hoenderhok gooien (=iets zeggen of doen dat veel opschudding veroorzaakt) - ins Wespennest stechen
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| de knuppel (m) | der Bengel ; die Keule ; die Knute ; der Knüppel ; der Totschläger |
| knuppel | Entkupplungsstange ; Knueppel ; Knüppel ; Scheit ; Spitze ; Verzugspfahl ; Verzugspitze |
Bronnen: Wikipedia; interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `knuppel`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: knoetNL: knotsNL: ploertendoderNL: wapen