Vertaal
Naar andere talen: • knokkel > ENknokkel > ESknokkel > FR
Vertalingen knokkel NL>DE

de knokkel

zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak:  [ˈknɔkəl]
Verbuigingen:  knokkels (meerv.)

gewricht in je vinger - Knöchel (der ~)

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
de knokkel (m) der Fingerknöchel ; der Knochen ; der Knöchel ; das Knöchelgelenk
Bronnen: Trueterm; Wikipedia; interglot

Voorbeeldzinnen met `knokkel`
Voorbeeldzinnen laden....