Vertaal
Naar andere talen: • knetteren > ENknetteren > ESknetteren > FR
Vertalingen knetteren NL>DE

knetteren

werkw.
Uitspraak:  [ˈknɛtərə(n)]
Verbuigingen:  knetterde (verl.tijd ) heeft geknetterd (volt.deelw.)

1) snel opeenvolgende ploffende geluiden maken - knistern , knattern
Het vuur in de openhaard knettert. - Das Feuer im Kamin knistert.

2) fel of heel levendig zijn - krachen , knistern , knattern , toben
Tijdens het festival moet Amsterdam spetteren en knetteren. - Während des Festivals muss Amsterdam sprühen und toben.
een knetterende ruzie - ein tobender Streit

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
knetteren (ww.) knabberen (ww.) ; knistern (ww.) ; rascheln (ww.) ; reißen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `knetteren`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: knapperen