Vertalingen klokgelui NL>DE
het klokgelui
zelfst.naamw.
toestand dat klokken luiden -
Läuten (das ~), Glockengeläut (das ~) © K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
het klokgelui | das Glockengeläut ; das Läuten der Glocken |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `klokgelui`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: gebeierNL: gelui