Vertaal
Naar andere talen: • kansspeler > ENkansspeler > ESkansspeler > FR
Vertalingen kansspeler NL>DE
kansspeler (znw.)der Spekulant ; der Spieler ; die Spielerin
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `kansspeler`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: gokker
NL: speler