Vertalingen kabbelen NL>DE
kabbelen (ww.) | gluckern (ww.) ; glucksen (ww.) ; gurgeln (ww.) ; plätschern (ww.) |
kabbelen (werkw.) | plätschern ; rieseln |
Bronnen: interglot; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `kabbelen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: ruisenUitdrukkingen en gezegdes
NL: de zee kabbelt
DE: die See kabbelt