Vertalingen inpassen NL>DE
inpassen
werkw.
Uitspraak: | [ˈɪmpɑsə(n)] |
Verbuigingen: | paste in (verl.tijd ) heeft ingepast (volt.deelw.) |
zorgen dat iets past in een bestaand geheel -
einpassen , einfügen een nieuw vak inpassen in het onderwijsprogramma - ein neues Fach in das Unterrichtsprogramm einfügen |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
inpassen (ww.) | einordnen (ww.) ; sichgewöhnen (ww.) ; sich zu Hause fühlen (ww.) ; schalten (ww.) ; hineinpassen (ww.) ; hereinpassen (ww.) ; einweben (ww.) ; einschließen (ww.) ; einschalten (ww.) ; einpassen (ww.) ; einlegen (ww.) ; eingliedern (ww.) ; einfädeln (ww.) ; einführen (ww.) ; einfügen (ww.) ; einflechten (ww.) ; einbetten (ww.) ; einbauen (ww.) |
inpassen | anpassen ; einpassen |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `inpassen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: erin passenNL: invoegenNL: passen inNL: zich thuisvoelen