Vertalingen inlossen NL>DE
inlossen
werkw.
Uitspraak: | [ˈɪnlɔsə(n)] |
Verbuigingen: | loste in (verl.tijd ) heeft ingelost (volt.deelw.) |
1) deel van de uitdrukking: -
een belofte inlossen (=wat je beloofd hebt doen) - ein Versprechen einlösen
|
2) (een schuld) betalen -
ablösen , tilgen je hypotheek inlossen - seine Hypothek tilgen |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
inlossen (ww.) | tilgen (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `inlossen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aflossen