Vertalingen infuus NL>DE
het infuus
zelfst.naamw.
| Uitspraak: | [ɪnˈfys] |
| Verbuigingen: | infuusfusen (meerv.) |
apparaat waarmee vloeistof langzaam in een bloedvat van een patiënt wordt gebracht medisch -
Infusion (die ~), Tropf (der ~) | vijf dagen aan het infuus liggen - fünf Tage am Tropf liegen |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `infuus`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: baxterNL: infusum