Vertaal
Naar andere talen: • inborduren > ENinborduren > ESinborduren > FR
Vertalingen inborduren NL>DE
inborduren (ww.) einfädeln (ww.) ; einhäkeln (ww.) ; einnähen (ww.) ; einweben (ww.) ; häkeln (ww.) ; sticken (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `inborduren`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: borduren