Vertalingen in elkaar zakken NL>DE
in elkaar zakken (ww.) | einsinken (ww.) ; zusammenbrechen (ww.) ; zusammenfallen (ww.) ; zusammensinken (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `in elkaar zakken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: invallenNL: inzakkenNL: inzinken