Vertaal
Naar andere talen: • immigrant > ENimmigrant > ESimmigrant > FR
Vertalingen immigrant NL>DE

de immigrant

zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak:  [ɪmiˈxrɑnt]
Verbuigingen:  immigranten (meerv.)

buitenlander die in je land komt wonen - Einwanderer/Einwanderin (die/der ~), Immigrant/-in (die/der ~)

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
de immigrant (m) der Einwanderer ; die Einwanderin ; Immigrant ; der Immigrant ; die Immigrantin
immigrant Einwanderer ; Zuwanderer
Bronnen: interglot; Wikipedia; Wiktionary; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `immigrant`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: nieuwgevestigde