Vertalingen heten NL>DE
heten
werkw.
Uitspraak: | [hetə(n)] |
Verbuigingen: | heette (verl.tijd ) heeft geheten (volt.deelw.) |
1) de naam hebben als genoemd -
heißen Ik heet John en hoe heet jij? - Ich heiße John, und wie heißt du? een mooi restaurant in de bossen, 'Boslust' geheten - ein schönes Restaurant im Wald, 'Waldeslust' geheißen |
2) deel van de uitdrukking: -
welkom heten (=(iemand) zeggen dat het fijn is dat hij of zij er is) - begrüßen
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
heten (ww.) | gehalten werden für (ww.) ; gelten als (ww.) ; heißen (ww.) ; lauten (ww.) |
heten (werkw.) | heißen |
heten | heiß werden ; heizen ; nennen |
Bronnen: interglot; Wiktionary; Diving dictionary; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `heten`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: luidenUitdrukkingen en gezegdes
NL: (een jongen,) Piet ge
heten
DE: namens PeterNL: naar het heet
DE: wie man sagt, angeblichNL: hij heette mij te komen
DE: er hieß mich kommen