Puzzelen
Puzzelwoordenboek
Cryptogrammen
Anagrammen
Puzzelhulp
Vertalen
Woorden vertalen
Voorbeeldzinnen
Tekst vertalen
Synoniem
Synoniemen
Antoniemen
Vervoegen
Meer
Dialectenwoordenboek
Rijmwoordenboek
Woordspelletjes
Anagrammen
Encyclo.nl
Woorden.org
MWB
Vertalen
heibel (NL>DE)
van NL
van EN
van DE
van FR
van ES
naar NL
naar EN
naar DE
naar FR
naar ES
Vertaal
Naar andere talen: •
heibel > EN
•
heibel > ES
•
heibel > FR
Vertalingen heibel NL>DE
de
heibel
zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak:
[ˈh
ɛi
b
ə
l]
opgewonden drukte
-
Krach
(der ~)
Er is heibel over de verlaging van de pensioenen.
-
Es gibt Krach über die Absenkung der Rentenzahlungen.
© K Dictionaries Ltd.
Overige bronnen
de
heibel
(m)
die
Betriebsamkeit
;
die
Geselligkeit
;
das
Getue
;
die
Lebendigkeit
;
die
Lebhaftigkeit
;
die
Regsamkeit
;
der
Rummel
;
der
Trubel
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `heibel`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL:
beroering
NL:
bonje
NL:
drukte
NL:
geraas
NL:
heksenketel
NL:
leven
NL:
mot
NL:
onenigheid
NL:
opschudding
NL:
rumoer
Zojuist vertaald
NL>DE:
heibel
NL>DE:
schare
NL>DE:
professie
NL>DE:
neerlaattijd
NL>DE:
stof onder toezicht
NL>DE:
bestuurder
NL>DE:
campagne
NL>DE:
schoenen
NL>DE:
belust
NL>DE:
VRIESKAST
NL>DE:
draagkracht
NL>DE:
HOtel
NL>DE:
geur
NL>DE:
geschreven catalogus