Vertaal
Vertalingen heen en weer zwaaien NL>DE
heen en weer zwaaien (ww.) pendeln (ww.) ; schaukeln (ww.) ; schlenkern (ww.) ; schleudern (ww.) ; schlingern (ww.) ; schwanken (ww.) ; schwenken (ww.) ; schwingen (ww.) ; taumeln (ww.) ; wanken (ww.)
Bron: interglot

Voorbeeldzinnen met `heen en weer zwaaien`
Voorbeeldzinnen laden....