Vertalingen handschoen NL>DE
handschoen
zelfst.naamw.
| Uitspraak: | [ˈhɑntsxun] |
| Verbuigingen: | handschoenen (meerv.) |
omhulsel van stof of leer voor je hand -
Handschuh (der ~) zijden handschoenen dragen bij een avondjurk - Seidenhandschuhe zu einem Abendkleid tragen handschoenen aandoen omdat het buiten koud is - Handschuhe anziehen, weil es draußen kalt ist bokshandschoenen - Boxhandschuhe |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| de handschoen (m) | der Fäustling ; der Handschuh |
| de handschoen | der Handschuh |
| handschoen | Schutzhandschuh ; Sicherheitshandschuh |
Bronnen: interglot; Wiktionary; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `handschoen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: wantUitdrukkingen en gezegdes
NL: (iemand de
handschoen) toewerpen
DE: hinwerfenNL: met de
handschoen trouwen
DE: per Prokura heiraten