Vertalingen halfjaar NL>DE
het halfjaar
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [ˈhɑlfjar] |
Verbuigingen: | halfjaarjaren (meerv.) |
zes maanden -
Halbjahr (die ~) In het tweede halfjaar van vorig jaar is veel regen gevallen. - Im zweiten Halbjahr des vorigen Jahres hat es viel geregnet. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
het halfjaar | das Halbjahr ; das Semester |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `halfjaar`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: semester