Vertalingen haan NL>DE
de haan
zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak: | [han] |
Verbuigingen: | hanen (meerv.) |
mannelijke kip -
Hahn (der ~) een haan op de kerktoren - ein Hahn auf dem Kirchturm |
Daar kraait geen haan naar. (=niemand merkt het op) - Da kräht kein Hahn nach.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de haan (m) | der Abzug ; die Abzug von eine Feuerwaffe ; der Drücker ; der Gockel ; der Hahn |
haan | Hahn |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `haan`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: mannelijk hoenNL: trekker van vuurwapenUitdrukkingen en gezegdes
NL: bij iemand de rode
haan laten kraaien
DE: einem den roten Hahn aufs Dach setzenNL: de gebraden
haan uithangen
DE: den großen Herrn spielenNL: zijn
haan moet altijd koning kraaien
DE: es muß immer alles nach seinem Kopfe gehen