Vertaal
Naar andere talen: • grootspreker > ENgrootspreker > ESgrootspreker > FR
Vertalingen grootspreker NL>DE
de grootspreker (m) der Angeber ; der Aufschneider ; das Großmaul ; der Großsprecher ; die Prahler
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `grootspreker`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: opschepper
NL: snoever